Met Van Perlo… van Byron Bay naar Finch Hatton

October 7, 2022

Wij en onze auto Bruce zijn klaar om de oostkust van Australië te ontdekken. Het eerste deel reizen we van Byron Bay naar Finch Hatton. We bezoeken verschillende kustplaatsen en ontdekken het verrassend groene binnenland.

Bommetjes

De roadtrip gaat nu echt beginnen en Bruce is er helemaal klaar voor. Onze eerste stop aan de oostkust is bij de hippe en toeristische kustplaats Byron Bay. Het plaatsje zelf kan ons niet erg boeien, dus lopen we over een wandelpad langs Little Wategos Beach en richting de Cape Byron vuurtoren. We kijken uit over de mooie kliffen die de contouren vormen van het meest oostelijke puntje van het vasteland van Australië.

Met wind door de haren turen we richting de oceaan. En dan ineens zien we in de verte een staart boven het wateroppervlak uitkomen. Een walvis! Het blijkt een hele school walvissen te zijn die bommetjes maken en met elkaar spelen. Een prachtig schouwspel waar we een paar minuten van mogen genieten.

Daarna gaan we op zoek naar een slaapplek. Dichtbij Byron Bay is een goedkope camping, maar bij aankomst is het niet meer dan een klein veld vol met schimmige types die onder invloed zijn. Een duidelijke no-go, zeker voor de eerste nacht, dus we rijden door. Na een uur rijden komen we aan in het kleine dorp Alstonville waar we slapen op een “showground” die, als er geen lokale evenementen zijn, als camping fungeert. De luifeltent staat supersnel en kokkerellen op het campingpitje gaat ook verrassend goed. Niet slecht voor een eerste avond.

“Niet schrikken”

De volgende ochtend rijden we een beetje het binnenland in naar Springbrook National Park. Het viel ons al op toen wij bij Nienke en Chris verbleven, dat er tussen de oostkust en het begin van de outback een heuvel/bergachtige groenstrook ligt van minstens 100 kilometer breed. Ook hier in Springbrook is het verrassend groen en het voelt aan als een weelderig regenwoud. We lopen onder reusachtige overhangende rotsblokken en (achter)langs meerdere watervallen, waaronder de fraaie Twin, Blackfellows en Rainbow falls. Op het einde van ons rondje worden we getrakteerd op een panoramisch uitzicht over de hele vallei.

We overnachten in de buurt op een basic camping midden in de natuur met schattige afgezonderde plekjes. Tijdens het opzetten van de tent komen de boskalkoenen even buurten en als de nacht valt schiet een wallaby voorbij en lijkt het mij verstandig om “niet schrikken” tegen Maaike te zeggen als we in het donker pal langs een grote uil lopen die op het hekje van het wc-gebouw de wacht houdt.

Rainbow beach

We rijden de volgende dag richting het schattige Noosa heads. Eén van de redenen dat we hier naartoe gaan is vanwege de mogelijkheid om koala’s te spotten. In Noosa National Park maken we een wandeling door het bos en langs de stranden en kustlijn. We speuren naar de grijze buideldieren in de bomen, maar het enige wat het helaas oplevert is een stramme nek. De volgende stop is vlakbij het gehucht Inskip. Vanaf hier kan je naar Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld met fraaie bezienswaardigheden en wilde dingo’s. Althans, dat hebben we van mensen gehoord die ons hebben aangeraden om het eiland te bezoeken. Dit kan vanwege al het losse zand alleen met een hoge 4 wheel drive en die hebben we helaas niet. We schrikken ons wezenloos van de prijzen om zo’n auto te huren of om met een volgepropt bustourtje mee te gaan. We laten Fraser Island daarom letterlijk en figuurlijk links liggen en verblijven aan het naastgelegen Rainbow beach op een camping. Een lekker ontspannen plekje met uitzicht op Fraser Island. Maaike moet wel even een pak schoonmaakdoekjes richting een brutale vogel gooien die daar zo perplex van staat dat die vol op z’n snavel beland.

Nuttig kontje

Lang zal ze leven, lang zal ze leven! Het is feest, want Maaike is vandaag alweer 31 jaartjes jong. Om dat te vieren willen we genieten van het uitzicht bovenop Mount Walsh. Moeten we daar in het warme weer wel eerst naartoe klimmen en klauteren. En dat is uitdagender dan verwacht. Op internet stonden foto’s van mensen die zich aan een touw omhoog trokken, maar dat touw is nergens te bekennen (andere mensen overigens ook niet). We helpen elkaar langs de grijsoranje rotsen omhoog met een reikende hand of een nuttig kontje. We hebben het naar ons zin en bovenop stelt het uitzicht niet teleur met groene heuvels zo ver als we kunnen kijken.

We komen vrij soepel ook weer beneden en rijden door naar Rosedale, een plattelandsdorpje van niks. We mogen onze tent op het grasveld achter de lokale pub opzetten. De eigenaresse bouwt voor ons een creatieve en lekkere vega-burger en we proosten met wat biertjes op Maaikes verjaardag. Als de eigenaresse daar lucht van krijgt geeft ze ons gratis taart. Lief! We kijken onze ogen uit in deze typische, ouderwetse plattelandspub. Besmeurde wegwerkers hebben hun fluorescerende vestjes nog aan en tonen hun bouwvakkersdecolleté tijdens hun potje poolen. Proost en van harte, schat.

Twerken

We stappen weer in Bruce en stoppen bij Agnes Water. In het moerasgebied ligt de fotogenieke Paperbark forest boardwalk. Het is slechts een wandeling van 400 meter, maar het is een betoverende plek. We lopen over houten stapstenen tussen de varens en door de hoge bomen met hun grijsbeige, papierachtige bast. Langs die ogenschijnlijk afbladderende bast lopen grote mieren op en neer terwijl ze hun dikke kont omhoog steken. Twerkende mieren…interessant.

Na de korte wandeling lunchen we bij een hip eettentje in ‘Town of 1770’ en daar in de buurt maken we ook nog een korte stop bij Bustard Bay lookout, maar daar worden we niet warm van. Na een lange rit pauzeren we aan zee bij Clairview, waar tussen de palmbomen een waarschuwingsbord staat. We zijn blijkbaar aangekomen bij dat deel van Australië waar alles je dood wil hebben. Dodelijke ‘marine stingers’ (kwallen) en zoetwaterkrokodillen leven hier in de oceaan, dus zwemmen mag alleen in de daarvoor aangewezen en door netten afgebakende plekken. Wij slaan even over.

Passief agressief

In Australië zijn ze bang dat als je alle gevaarlijke dieren ontweken hebt, je jezelf misschien onbedoeld iets aandoet. In slaap vallen achter het stuur bijvoorbeeld en dat is hier blijkbaar een dingetje. Niet heel gek met de bizar lange afstanden tussen steden en bezienswaardigheden. Er staan daarom ontzettend veel borden langs de weg om je te waarschuwen voor vermoeidheid of om je wakker te houden. De borden met trivia vragen zijn goed en leuk bedacht, maar andere borden komen toch wat passief agressief over. Wat dacht je van “Rest now or rest in peace” of een ijzeren kooi langs de weg met daarin een verkreukelde auto met daarbij de tekst “This could be you. Rest now”. Oké dan… Gelukkig rijdt Bruce hartstikke prettig, luisteren we verschillende podcasts en zit Maaike naast me waarmee ik fijn kan kletsen. Op die manier valt het lange stuk rijden naar Finch Hatton reuze mee. We slapen daar helemaal alleen op een schattige camping midden in de natuur. Nouja, bijna helemaal alleen. De honden van de eigenaar (we hebben ze Dorky en Barky genoemd) zijn erg speels, dus we vermaken ons uitermate goed en ze liggen bijna ín onze tent als we gaan slapen. Dat zorgt voor een zorgeloze nacht, zodat we uitgerust wakker worden om de verdere oostkust van Australië te ontdekken.

COMMENTS

PLAATS JOUW REACTIE

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

custom design BY STUDIO MHILARIUS

PRIVACY POLICY

© met van perlo