In het midden van het Noordereiland ligt Tongariro National Park. In dit actieve vulkanische landschap gaan we de meerdaagse hike genaamd Tongariro Northern Circuit lopen. Dat gaat niet zonder slag of stoot.
Al een aantal dagen raast er een hevige storm over het Noordereiland, waardoor we niet echt veel dingen kunnen ondernemen. Onze planning moeten we daardoor wat aanpassen, maar één ding kunnen we niet verzetten. We gaan de Tongariro Northern Circuit lopen, want daarvoor hebben we dure slaapplekken in berghutten gereserveerd. Normaal gesproken kan je 4 dagen over deze trekking doen, maar vanwege het hoogseizoen hebben we slechts twee hutten kunnen reserveren en lopen we de hike in drie dagen. We hebben de hutten zo geboekt dat we het circuit met de klok mee lopen. Althans, dat is het plan. Als we in Whakapapa Village bij het visitor centre aankomen vertelt de medewerkster namelijk dat er een ‘weather hazard’ is afgekondigd voor het eerste deel van onze hike. We kijken haar een beetje beduusd aan, want het zonnetje schijnt eindelijk weer eens vandaag. Ja, er staat inderdaad een stevige wind, maar we hadden niet verwacht dat dit zou leiden tot het “zeer dringende advies” om onze wandeling andersom te lopen. Als ik in m’n eentje was geweest had ik het advies in de wind geslagen (ja, pun intended), maar Maaike durft het niet aan. Safety first. Dus nadat we onze goedgevulde backpacks met eten, kookgerei en kleren voor 3 dagen op onze rug doen, slaan we bij de eerste mogelijkheid rechts- in plaats van linksaf.
We genieten van het prachtige landschap, dat ons doet denken aan Cradle Mountain (Tasmanië). Alleen hier lopen we ook nog eens tussen twee knoeperts van actieve vulkanen. Mount Ruapehu aan de ene kant, met de laatste slierten sneeuw op de berghelling. Aan de andere kant Mount Ngarahoe, ook wel bekend als Mount Doom. We proberen een foto te maken op het moment dat er geen enkele wolk voor de top van de vulkaan hangt, maar dat lukt telkens nét niet. Nog steeds een prachtig uitzicht natuurlijk!
Onze omgeving verandert vrij abrupt van een ruig steppelandschap in een dichtbegroeid woud. Hier pauzeren we kort bij de Waihohonu hut en volgen het pad dan bergopwaarts. Hier maken we kennis met het vulkanische landschap. Een roodgrijze gloed van alle lichtgewicht stenen en het gruis waar we af en toe doorheen ploeteren. Daar komen we een trailrunner tegen die tijdens het passeren zegt: “Strange place ey?!”. Ja, dat is het zeker! Terwijl we door het maanlandschap lopen en de vogeltjes tjirpen, beginnen de pijntjes in ons lijf toe te nemen. Het laatste stuk bergop naar de Oturere hut zijn zwaar, erg zwaar. Dus bij aankomst in de hut ploffen we uitgeteld in de slaapzaal op onze smalle matrassen.
Andere wandelaars druppelen in de namiddag binnen en het blijkt dat zij wel eigenwijs genoeg waren om het stuk te lopen dat wij eigenlijk wilden doen. Het blijkt dat het prima had gekund, dus een “ik zei het toch” blijkt lastig in te slikken. Het avondeten zetten we op tafel met ons nieuwe superdeluxe turbo kooksetje, waarmee we binnen twee minuten kokend water hebben…nadat we eerst meer dan vijf minuten hannesen om te snappen hoe het ding precies werkt. Nog altijd staat ons eten veel eerder op tafel dan bij de rest van de mensen. Dat heeft vooral te maken met de…laten we zeggen…nonchalante ranger die in de hut verblijft als opzichter. Pas ná het avondeten doet ze een zogenoemde “hut talk”, waarin ze vertelt dat het gaspitje standaard op laag vuur staat, tenzij je een bepaald knopje indrukt. We kunnen aan iedereens gezicht zien wat ze denken: “Ja..kom je nou mee troela”. Afin, verder heet ze ons allen welkom namens de lokale Iwi (Maori stam) en vertelt dat het Tongariro National Park het vierde nationale park ter wereld is en op de Unesco werelderfgoed staat. Daar zien we morgen graag meer van. Nu lekker op tijd slapen, want het weerbericht voor morgenmiddag is niet best.
Vandaag dus vroeg uit de veren, zodat we hopelijk weinig last hebben van het slechte weer later vandaag. Met een handjevol pijnstillers in de mik lopen we de eerste twee uur bergop richting de Emerald lakes. Het laatste stuk lopen we langs de waterval steil omhoog en komt de zwavelgeur ons tegemoet. De kleur van het meer is ondanks de dichte grijze bewolking behoorlijk turquoise vanwege de vele mineralen. Vervolgens lopen we een heen en weertje naar Blue Lake. Als we aankomen bij het uitkijkpunt zien we alleen maar dichte mist om ons heen. Precies op het moment dat we tegen elkaar zeggen “ik zie, ik zie wat jij…” trekken de wolken weg en zien we het meer voor ons opdoemen. Blauw is ie niet te noemen, dus we blijven in tegenstelling tot de wolken niet lang hangen. We keren om en moeten hevige windstoten trotseren als we over de richel van Red Crater door vulkanisch gruis steil omhoog moeten ploeteren. We bereiken het hoogste punt, 1820 meter, zonder uit onze panty te waaien. Bovenaan worden we echt bijna weggeblazen, dus we nemen de regenboogkleuren van de Emerald lakes en de Red Crater kort tot ons en dalen snel af aan de andere kant van de bergkam.
Gelukkig lopen we hier in de luwte en laat de regen nog even op zich wachten. Pas bij de ‘Devil’s Staircase’ (een lang, steil stuk met traptredes over lavastromen aan de voet van de vulkaan) begint het te regenen. Dit is ook het punt waarop we steeds meer dagjesmensen kruisen die we soms met verbazing aankijken. Een flink deel van hen is op z’n zachtst gezegd “not dressed for the occasion”. Een korte broek, t-shirt en sneakers of zelfs sandelen. “Is het nog ver naar de top?”, vraagt zo’n geklede jongeman wiens moeder op leeftijd achter hem aan sjokt. “Euhh, ja best wel en de weersvoorspelling belooft niet veel goeds.” Niet veel later begint het te stormen en hebben we mazzel dat we precies bij de Mangatepopo hut zijn. Helaas is dit niet ons eindpunt voor vandaag. We hadden tenslotte bedacht om het circuit andersom te lopen en hebben voor vandaag dus geen reservering bij deze hut. We hadden de hoop nog iets te kunnen regelen, maar er is hier geen opzichter aanwezig en er is ook geen telefoonbereik. Dus er zit niks anders op dan vandaag al doorlopen naar onze campervan.
We eten en drinken wat, terwijl we wachten tot de fikse bui voorbij is. Hebben we ook gelijk mooi de tijd om onze regenbroeken en poncho’s aan te trekken voor het laatste stuk, terug naar het beginpunt. Op het wegwijsbord dat wijst richting Whakapapa Village staat dat het nog 3 uur wandelen is, maar dat dit langer kan zijn bij slecht weer. Hmmm, dat hebben we niet eerder zien staan, dus we zijn benieuwd waarom ze dat zeggen. Al snel wordt duidelijk waarom. Het is simpelweg niet echt een pad…ja het pad van de waterstromen als het hard regent. We hebben mazzel dat de regen overgaat in miezer. Nog steeds is het een smal, glad en op sommige plekken steil pad zonder boeiend uitzicht. We zijn lichamelijk ook helemaal op, dus het zijn niet de leukste uren hier in Nieuw-Zeeland. We zijn dan ook zeer opgelucht als we Sam the Van in de verte zien staan. We hebben in twee dagen ruim 46 kilometer gelopen, inclusief 1700 meter stijgen en 1700 meter dalen, met goed gevulde rugzakken. We zijn gesloopt. Dus na een warme douche verwennen we onszelf met een diner bij een lokaal restaurant. Nadat we onze buikjes rond hebben gegeten, blijkt dat opstaan van de stoel amper gaat. We hebben duidelijk een paar dagen rust nodig.
Zwaaaar. De eendaagse met mooi weer was al geen peuleschilletje. Jammer dat de beloning van mooi weer er voor jullie niet inzat!
Inderdaad een hike om nooit meer te vergeten. Vooral ook omdat jullie samen voor safety first hebben gekozen. Samen afzien geeft ook een band. Stick together!
[…] hike van het Tongariro Northern Circuit heeft er flink ingehakt. Maaikes voet doet flink zeer en de pees in m’n knieholte doet ook […]
[…] het dorp Te Anau wandelen we een klein deel van de Kepler track. De hele route is (net als de Tongariro Circuit) één van de Great Walks in Nieuw-Zeeland, maar de hutten zijn allang uitverkocht. We doen dus […]