Onze eerst bestemming in Indonesië is Bali. We nemen de taxi naar Uluwatu en verkennen met de scooter de mooie omgeving.
Ons Nieuw-Zeeland avontuur is voorbij en midden in de nacht vliegen we vanaf Christchurch naar Melbourne. Daar hebben we een lange overstap, waardoor we pas in de avond aankomen op Bali, in de hoofdstad Denpasar. Het is direct even schakelen na een half jaar in Westerse landen te zijn geweest. De inefficiëntie bij de paspoortcontrole leidt tot onrustig schuifelende voeten om ons heen en de honderden naambordjes die taxichauffeurs omhoog houden bij de uitgang van de luchthaven is ook ronduit chaotisch. Ik heb er een haat-liefdeverhouding mee. Maaike heeft al contact gehad met de taxichauffeur die haar een paar jaar geleden ook heeft rondgereden op Bali, dus we zitten al snel in de auto met airco. Erg lekker, want de broeierige warmte is flink wennen.
De bestuurdersstoel is blijkbaar ook de praatstoel, want onze chauffeur genaamd Nyoman babbelt er lekker op los. Hij vertelt onder andere over het aankomende verbod voor toeristen om scooters te huren. De reden voor dit verbod is dat “wij” ons te goed voelen voor de verkeersregels (en zoveel zijn er toch niet), waardoor veel ongelukken gebeuren. Vooral de Russen zijn hier schijnbaar goed in, maar de locals kunnen er ook wat van. Althans, dat anekdotische bewijs wordt op een presenteerblaadje geleverd. Net als Nyoman de auto bij ons hotel in Uluwatu langs de weg parkeert, klapt een appende scooterrijder vol tegen de auto aan. Gelukkig zijn wij net uitgestapt. We mengen ons maar niet tussen alle mensen die zich bemoeien met de verzorging van de scooterman en de afhandeling van de schade. Wij gaan lekker slapen, welterusten.
De volgende ochtend starten we meteen goed: ontbijten met fruit en pittige nasi goreng. We love it. We huren een scooter (nu het nog kan) en rijden naar Uluwatu beach en de kliffen bij Pantai blue point. De steile trappen, smalle paadjes en lukraak gebouwde huizen maken het een doolhof. Dan helpt het niet dat er ook nog eens flink gebouwd wordt. Ze doen hier duidelijk niet aan veiligheidsmaatregelen, want de mannen lopen op blote voeten of slippers over gammele houten constructies. We doen een drankje, terwijl we uitkijken over één van de populairste “surf banks” van Indonesië. In het water is het een mengelmoes van beginnende en ervaren surfers, die voor vermakelijke televisie zorgen.
In de middag maakt Maaike een afspraak voor de pedicure en ga ik naar de kapper. Dingen die we in Nieuw-Zeeland bewust uitgesteld hebben, aangezien het hier 10 keer goedkoper is. M’n kapper recyclet de Jack Daniels fles als waterspuit en geeft mij weer een fris kapsel. Het dagritme is voor ons zo anders nu we geen boodschappen meer hoeven te doen en niet meer zelf koken. We liggen aan het zwembad en zoeken lekkere eettentjes aan de kust uit waar we gado gado eten tijdens de zonsondergang. Een luxe leventje. Verder bezoeken we stranden zoals Nyang nyang beach, waar bijna altijd een local zit die vraagt voor een donatie voor het gebruik van het strand. Dat geld wordt in ieder geval niet besteed aan het opruimen van rotzooi, want er ligt bedroevend veel plastic tussen de rotsen en het zand.
De volgende ochtend zitten we weer aan ons Balinees ontbijt, als we een deur verderop juichende en joelende mannen en gekraai horen. Een hanengevecht. Dit is (nog steeds) legaal in Indonesië, omdat het ook bij Hindoeïstische ceremonies hoort. Zoals wel vaker (en ook in dit geval) is het gewoon een populaire dagbesteding voor mannen om te gokken. We crossen ook vandaag weer rond op de scooter. We komen langs een tikkie megalomane gebouwen en hotels die compleet vervallen zijn. De olifantenstandbeelden en balkons zijn compleet overwoekerd, maar worden niet opgeknapt. Nee, ze bouwen gewoon weer een nieuw project een paar meter verderop. Interessante keuze. Bij Balangan beach kijken we vanaf een krakkemikkig houten strandtent en onder het genot van een mango smoothie naar de beginnende surfers.
In de late middag bezoeken we ook nog het Hindoeïstische Pura Luhur tempelcomplex. Voor het binnentreden dient iedereen een wikkeldoek (genaamd sarong) om te doen, ook de mannen. Heel sexy die paarse kleur. Overigens mag je als vrouw niet het complex op als je ongesteld bent, maar de controle daarop laat nog wat te wensen over. Het 11de-eeuwse tempelcomplex is helemaal in handen van de makaken aapjes die altijd op zoek zijn naar wat lekkers. Dat vinden ze gemakkelijk bij de niet zo snuggere toeristen. “Why did the monkey take my glasses?!”, om vervolgens een zakje nootjes naar ‘m toe te gooien zodat ie de bril loslaat. Je vraagt je toch af wie van de twee een hoger IQ heeft. We lopen langs de steile kliffen en aan het einde van het pad bekijken we de prachtige zonsondergang. De volgende ochtend komt Nyoman ons in z’n gerepareerde auto ophalen om ons naar de volgende stad te brengen. Op naar Ubud.
Staat best goed, die sarong.
Wat hebben jullie een energie….en de temperatuur verschillen zo goed doorstaan ! Ga zo door en laat ons meegenieten. Lv.gr.oma.
[…] we vanuit Uluwatu richting Ubud rijden zien we om de paar meter wel een tempel boven een “compound” […]
Herkenbaar, heerlijk land om even te verblijven !