We reizen met de trein naar Mallnitz, om daar samen met Myrthe, Mark en Fos te genieten van de Oostenrijkse Alpen. Een ideaal begin van het tweede deel van onze wereldreis. We houden tenslotte van (wandelen in) de bergen en Oostenrijk is Maaikes favoriete (vakantie)land.
Na drie weken doorgebracht te hebben met vrienden en familie in Nederland (plus een uitstapje naar Frankrijk voor de bruiloft van onze vrienden Tobias en Evy), staat het tweede deel van onze wereldreis op het punt van beginnen. En dat zorgt weer voor lekkere reiskriebels in ons lijf. Voordat we naar de andere kant van de wereld vliegen, staat een “tussenstop” op de planning in het bergdorpje Mallnitz, Oostenrijk. Onze vrienden Myrthe, Mark en hun 16 maanden jonge baby Fos, gaan daar namelijk op vakantie en wij sluiten daar (in overleg natuurlijk) maar wat graag bij aan. Ergens voelt het als een tussendoortje, maar in de Oostenrijkse bergen is het altijd heerlijk vertoeven en het went wat ons betreft nooit.
De laatste avond in Nederland eten we bij m’n ouders en voor het avondeten check ik nog even snel de NS-app. We reizen namelijk met de trein richting Mallnitz, aangezien dat voor onze verdere reisplannen beter uitkomt. En met de NS weet je het maar nooit… En ja hoor, laat het treingezeik beginnen. Het traject naar Utrecht ligt eruit, dus we moeten eerder vertrekken dan gepland. Het typeert onze ervaringen met de trein in Nederland en we zijn zeer benieuwd hoe de totale treinreis gaat verlopen. We konden de treintickets een paar maanden terug namelijk echt voor een habbekrats kopen, maar wellicht heeft dat te maken met de tijd (reizen midden in de nacht) en de korte overstaptijden. Het onhandige (lees: spannende) is dat je bij internationale treinen een ticket boekt voor een specifieke trein en stoel, dus je trein missen betekent nieuwe (dure) tickets kopen. Oftewel, fingers crossed… Lang verhaal kort: de gehele reis is een aaneenschakeling van vertragingen en we slapen amper door alle stress in onze donder. Uiteindelijk hebben we meerdere meevallers (andere treinen hebben ook vertraging of wachten zowaar op “onze” trein zodat veel passagiers de overstap halen), waardoor we “slechts” twee uur later dan gepland aankomen op bestemming. Dus als je spotgoedkoop, maar verre van ontspannen naar Oostenrijk wil reizen, dan is de trein een dikke aanrader. Wij zijn in ieder geval erg blij als we de laatste kilometers aan weerszijde van de trein de groene Oostenrijkse Alpen voorbij zien glijden en Myrthe, Mark en Fos even later begroeten bij het appartement.
Mallnitz is een schattig dorp in Karinthië en het appartement waar we verblijven wordt gerund door Erik, Annemiek en hun zoontje Willem Jan. Het Nederlandse gezin heeft er geheel op eigen houtje een knusse plek van gemaakt. De grote tuin is een grasveld met trampoline, glijbaan en speeltjes voor Fos om te rennen (en struikelen) en te ontdekken en wij grote kinderen kunnen heerlijk luieren in de hangmat. In de avonden worden er ook nog eens verrukkelijke pizza- en burgeravonden verzorgd bij het kampvuur. En dat allemaal met uitzicht op de lichtbesneeuwde bergtoppen en het geluid op de achtergrond van het gletsjerwater dat door de Mallnitzbeek langs de tuin stroomt. Die beek is trouwens de perfecte plek voor Mark om ‘s ochtends met z’n Wim Hof ritueel wakker te worden door zich daar helemaal in onder te dompelen. Ik wil het ook wel eens proberen (ik heb tenslotte al een klein beetje ervaring), dus ik trek m’n zwembroek aan, loop samen met Mark naar de beek en dompel m’n gehele lichaam zonder nadenken onder. Ik onderga de pijn van het ijskoude water een halve minuut en spring dan zwaar puffend de beek uit, op zoek naar m’n beste vriend ‘meneer handdoek’. Mark is wel wat gewend en wandelt zoals elke ochtend na een kleine twee minuten het water rustig uit om daarna nog wat ademhalingsoefeningen te doen. Petje af.
De voornaamste reden om naar de Oostenrijkse bergen te gaan is natuurlijk om te genieten van de natuur. We trekken de veters van onze bergschoenen nog eens goed aan en maken onze eerste wandeling naar de top van de Ankogelgondel. Een lekker opwarmertje en bovenaan zien we Mallnitz in het prachtige glooiende dal liggen, omringd door de grijs-witte, spitse toppen.
De volgende dag zoeken we het nog hogerop en beginnen we waar we gisteren geëindigd waren. Vanaf het eindstation van de Ankogelgondel hebben we onze zinnen gezet op het bereiken van de top van de gelijknamige berg. Mark en Myrthe hadden al besloten deze wandeling over te slaan, omdat het schijnt dat je op sommige stukken behoorlijk moet opletten. Met een baby op de rug is dat uiteraard een no-go. Terwijl zij een korte, stevige wandeling naar de Arnoldhöhekapel maken, stappen wij stevig door richting onze bestemming. Het laatste stuk over de smalle, steile bergkam is onverantwoord veel glibberen en glijden over de smeltende sneeuw. De kapotte vingertoppen van m’n handschoenen zijn op twee handen te tellen, dus we vinden het welletjes. Ook vanaf deze plek hebben we namelijk een fenomenaal, kilometers ver uitzicht over Karinthië. Machtig mooi.
Zo koud en spannend als het aan de top was, zo warm en ontspannen is het in het Seebachdal een klein uur later. Met een heerlijk zonnetje in de rug lopen we samen met Myrthe, Mark en Fos via het Stappitzermeertje naar de Schwussnerhütte. Daar eten we braamrode kaiserschmarrn (jammie!) en nemen het kronkelige bospad langs de Seebach terug naar de auto.
De volgende dag beginnen we ondanks het (dreigende) slechte weer met een ochtendwandeling over de Rabischschluchtweg. Het pad loopt langs de Mallnitzrivier die op verschillende plekken lekker naar beneden klettert. Door de miezer is het pad alleen behoorlijk glad geworden. Met name de houten bruggetjes zijn venijnig en voor ze het doorheeft gaat Maaike op d’r bips en vliegen d’r wandelstokken over de reling (wat wellicht gepaard gaat met gevloek). Maaikes stokken weet ik na wat klauterwerk weer uit de bosjes te vissen en dan vervolgen we onze weg. Dat is wel via een detour, want wegens ontbossingen is het pad dat we wilden volgen afgesloten. De laaghangende bewolking zorgt ondertussen voor mooie plaatjes in het dal, maar we zijn er wel steeds minder gerust op dat we het droog gaan houden. Het lijkt goed te gaan, maar vlak voor de finish krijgen we alsnog een flinke plensbui over ons heen. Jottum. Aangezien we toch al nat zijn en het geen wandelweer is, gaan we in de middag naar het zwembad, waar Fos zich uit kan leven en wij ons vermaken met het testen van onze nieuwe GoPro camera op waterdichtheid. Test geslaagd.
We maken de dagen daarna verschillende uitstapjes. We huren E-mountainbikes waarmee we soepeltjes door het dal zoeven en een tussenstop maken bij een leuk speelbos met tal van klim- en klautermogelijkheden, schommels en een plek om vuur te stoken. We zetten onze beenspieren ook nog even aan het werk als we bergop naar de Jamnigalm fietsen. We hebben daar een prachtig uitzicht over de groene Tauern vallei en bergketen. Op de weg terug gaan we razendsnel bergafwaarts (50+ km/pu) en maken een tussenstop bij de Stockerhütte voor een welverdiende weissbier. We zijn tenslotte in Oostenrijk…
Een toeristische spot hier een kwartiertje (met de auto) vandaan is trouwens de Raggaschlucht. Een smalle, steile kloof die uitgesleten is door het snelstromende water. Normaal gesproken kan het hier behoorlijk druk zijn, maar als wij aankomen is er helemaal niemand. Heerlijk rustig kunnen we genieten van het imposante lawaai dat de kolkende waterval produceert, terwijl we via een stevig gebouwde houten steiger door de kloof steil omhoog stappen. Een mooie en indrukwekkende plek om een middag door te brengen.
Als we de volgende ochtend door de ramen naar buiten kijken is het wederom snertweer. We laten ons echter niet kennen en nemen het gratis ov-busje naar de Jamnigalm. Hier hadden we met de fiets een mooi uitzicht en we hebben de stille hoop dat het weer daar beter is dan hier in het dal. Als we het lege busje instappen en zeggen waar we naartoe willen, kijkt de buschauffeuse ons bedenkelijk aan. Niet heel motiverend. Naarmate we hoger de bergen in rijden verandert de regen in sneeuw en pakt het wolkendek zich meer en meer samen. Voordat de chauffeuse ons bovenaan laat uitstappen, keert ze het busje alvast om, zodat ze daarna makkelijk terug naar beneden kan rijden. Dat gaat alleen niet zonder slag of stoot…letterlijk. Ze trapt de rem in plaats van de koppeling in, waardoor we allebei met onze snoeterds op de stoel voor ons klappen. “Sorry!”, zegt ze schuldbewust…om hetzelfde geintje vervolgens nog twee keer uit te halen. Na meerdere verontschuldigingen maken we ons (een beetje dizzy) klaar om het gure weer te trotseren. Als Maaike d’r stokken uitschuift blijkt één het te begeven. Het voelt allemaal als één groot faalfestijn. Dat breiden we niet veel later nog verder uit. Precies op het moment dat we een foto van onszelf nemen waait het statief om. Het levert wel een geinige foto op… En gelukkig zijn alle spullen nog heel, dus we kunnen erom lachen. Verder naar beneden klaart het wat op en lopen we door de bossen langs koeien en paarden, vergezeld met hun kalfjes en veulens. Altijd schattig.
De volgende dag wandelen we samen met Myrthe naar de bergtop die we vanaf ons appartement kunnen zien, de Auernig. Het weer zit ook vandaag niet echt mee, want de sneeuwvlokken waaien ons om de oren. Het mag de pret niet drukken en de prachtige rode paddenstoel met witte stippen die we tegenkomen wordt extra gewaardeerd. Het uitzicht op de top is ook niet misselijk, alleen de terugweg is een beetje behelpen. Er worden namelijk weer bomen gekapt (dat krijg je nu aan het einde van het zomerseizoen), waardoor we een flink stuk moeten omlopen. Het einde van het seizoen betekent ook dat de ‘almabtrieb’ op het programma staat. Dit is de feestelijke dag dat al het vee vanaf de bergen weer naar het dal komt, omdat de winter in aantocht is. Het leek ons wel een leuke bezienswaardigheid, maar helaas kunnen we deze boerentraditie niet aanschouwen, want door het slechte weer vallen alle festiviteiten letterlijk in het water.
Wat ook jammer is, is dat we Myrthe, Mark en Fos moeten uitzwaaien, want die keren vandaag weer huiswaarts. Wij willen de laatste dagen nog twee langere wandelingen maken en vandaag staat de top van de Lonzaköpfl op het programma. Althans, dat is het idee. Doordat ook hier ontzettend veel bomen zijn gekapt, zijn we het spoor al snel bijster. We banen ons meerdere malen een weg door het struikgewas (één van ons vloekend en tierend) om weer op een soort van pad te komen, maar als na de zoveelste keer het pad weer onvindbaar is en we op een extreem steile en modderige helling over allerlei boomstronken moeten klimmen kijken we elkaar aan en weten we genoeg. Het is mooi geweest, we keren om. We maken nog wat mooie kiekjes van Mallnitz en gaan dan terug naar het appartement. Morgen weer een kans.
Op onze laatste dag staat een pittige wandeling op het programma. Volgens het gezin die de appartementen runt is het één van de mooiste uit de omgeving. We zullen hiervoor wel 900 meter moeten stijgen om het Arthur-von-Schmid-Haus te bereiken op 2281 meter hoogte. Een prachtige Schotse hooglander zorgt na de eerste hoogtemeters al voor een prachtig plaatje. Als we kort daarna door het bos lopen zien we een kist staan met een brief erop geplakt. “Voor de mensen die naar het Arthur-von-Schmid-Haus gaan, neem alstublieft wat spullen mee uit de kist.” Een interessante en geinige manier om je berghut een beetje te bevoorraden. We doen de kist open en zien dat er nog twee biertjes in liggen. We hebben nog ruimte in de rugtas, dus die gooien we daarin en vervolgen onze weg. De twee biertjes zijn niks vergeleken met wat we kort daarna zien. Vier grijsharige mannen zeulen zware, dikke, houten balken naar boven. Gelukkig voor hun is hun eindbestemming in zicht, de Dösnerhut. Deze ligt geniaal gelegen op een wijde, drassige, glooiende, groene vlakte met kabbelende beekjes met zicht op verschillende bergtoppen en het dal.
Het laatste deel van de wandeling ziet er heel anders uit. De gevoelstemperatuur daalt ineens flink en we lopen over afgebrokkelde grijze rotsen naar het Arthur-von-Schmid-Haus. Deze ligt aan het Dösner gletsjermeer en wordt omringd door spitsige, grijze rotsmassa’s. Binnen geven we de biertjes af en in ruil daarvoor krijgen we een lekker stukje bessengebak bij de warme chocomel. We warmen goed op en lopen dezelfde route weer helemaal naar beneden. Een pittige wandeling zo alles bij elkaar, maar we hebben er erg van genoten.
Het is een mooie afsluiting van ons “tussendoortje” in Mallnitz. We hebben ons ondanks het weer en de bomenkap uitermate goed vermaakt deze week. En dat is mede dankzij het fijne verblijf bij Mallnbach Apartments en de gastvrijheid van Annemiek en Erik. Het was ook zo leuk met Myrthe, Mark en Fos dat we de volgende vakantie (in Oostenrijk uiteraard!) met hun alweer gepland hebben voor de zomer van 2023! Het is nu wel echt tijd om deze mooie bergen gedag te zeggen. De volgende ochtend pakken we onze spullen en nemen de trein naar de luchthaven van München. Het blijkt een vlekkeloos treinritje…het kan dus wel. In de avond vliegen we naar de andere kant van de wereld voor het vervolg van onze wereldreis. Down Under, here we come!
[…] gaan vanaf Oostenrijk naar de andere kant van de wereld, Down Under! Vanaf München is het een lange zit in het vliegtuig […]