Puerto Escondido is een kustplaats aan de Stille Oceaan. Het is een hotspot voor zowel beginnende als ervaren surfers en de overige toeristen komen hier vanwege de mooie stranden en de mogelijkheid om het zeeleven te bewonderen. Hier kunnen wij wel een paar dagen vertoeven.
Na een slingerige nacht in de bus komen we ‘s ochtends aan bij ons hotel. We komen er achter dat we bij het inpakken van m’n backpack misschien ietsjepietsje te hard hebben geduwd om alles erin te krijgen. De binnenkant van de toilettas (en wat erbuiten) is namelijk goed ingesmeerd met zonnebrand. Gelukkig is er nog genoeg over om onszelf in te smeren. Dat is nodig ook, want de zon brandt nu al gigantisch en het is pas 7 uur. Vanaf ons hotel is het slechts een minuutje lopen naar het strand, dus we gaan daar een kijkje nemen. Het is nog lekker rustig en we leggen onze strandlakens in de schaduw van een aantal bomen. Zelfs in de schaduw is de temperatuur boven de 30 graden, dus na een tijdje besluiten we om met een ‘sitio’ (lokale taxi) naar het andere uiteinde van het kilometers lange strand te gaan. Hier op La Punta zitten veel eettentjes en vinden we wat verkoeling. Een liter ijskoud watermeloenwater later (lekkere tongbreker dit) geeft ons de moed om over het strand terug te lopen naar ons hotel. Het witte zand voelt voor onze voetzolen aan als hete kolen, dus we rennen in een rechte lijn richting de zee. Onze sissende voeten zijn ons dankbaar.
Terwijl we door de branding lopen roept Maaike een paar keer per minuut “sooo!” Het breken van de hoge golven op het strand ziet er inderdaad spectaculair uit. Ook de surfers genieten van de ruige zee en wachten om de beste golf te kunnen pakken. Alles bij elkaar is het een rustgevend aangezicht. We stoppen bij een strandtent voor een biertje en zodra de zon wat lager staat speel ik nog een potje beachvolleybal. Daarna genieten we samen van het warme kleurenspel van de ondergaande zon. Terug in ons hotel blijken we alleen met (lauw)koud water te kunnen douchen, maar dat is hier absoluut geen straf.
De volgende dag gaan we naar een baai, waar het water rustiger is en je dus makkelijk kan zwemmen. We genieten van een dagje strand en raken aan de praat met een ander Nederlands stel. Ze geven ons tips over Patagonië, een berggebied in Chili en Argentinië. Het zou goed kunnen dat wij daar binnenkort naartoe gaan, dus ik schrijf de tips op. Rond een uur of 4 besluiten we gezamenlijk naar Playa Bacocho te gaan. Hier staat namelijk een Baby Turtle Release Centre waar je dagelijks pasgeboren zeeschildpadden eigenhandig de wijde wereld in mag helpen. Dit kost een paar euro en met dat geld zorgt het schildpaddencentrum ervoor dat de overlevingskans van de schildpadjes verhoogt wordt van 2% naar zo’n 16%. Ook houden ze de temperatuur van de nesten op een bepaald niveau, zodat de verdeling van pasgeboren mannetjes en vrouwtjes ongeveer 50-50 is. Een goede zaak. Wat ik altijd zo fascinerend vind is dat zeeschildpadden (en veel andere dieren) een soort innerlijk kompas hebben. Zo kunnen ze, waar ter wereld ze ook zijn, weer terugkeren naar hun geboorteplek om daar zelf eitjes te leggen (de vrouwtjes dan in ieder geval).
We krijgen een uitgeholde halve kokosnoot en de werknemer van het schildpaddencentrum schept voorzichtig een schildpadje van een paar centimer groot in onze kokosnoot. Wat een schatje. Het is niet de bedoeling dat je de schildpad met de handen aanraakt, want daardoor beschadigt de beschermlaag op de buik van de schildpad. Een paar meter voor de branding laten we onze schildpadjes uit de kokosnoot kruipen. Nu is het wachten tot ze op eigen kracht de zee bereiken. Sommige baby schildpadden zijn in luttele seconden naar de branding gekropen en worden door de eerste de beste golf de zee in getrokken. Die van ons moeten nog even wakker worden. Het is dat de werknemers van het schildpaddencentrum de rondcirkelende meeuwen boven ons met zand bekogelen, anders hadden ze de zee zeker niet bereikt. Nu zijn onze schildpadjes een paar minuten later onderdeel van het zeeleven geworden. En nu maar hopen dat veel vrouwtjes over 15 jaar hier weer terugkeren om hun eieren te leggen. Samen met het Nederlandse stel sluiten we de dag af bij een kleine food market onder het genot van wat pilsjes.
Naast schildpadden heeft de Stille Oceaan nog veel meer zeeleven te bieden. We stappen de volgende ochtend op een bootje in de hoop een aantal soorten daarvan te spotten. Tijdens de zonsopkomst varen we het haventje uit. De schipper vertelt ons dat het mogelijk is dat we vandaag vogels, bultrugwalvissen, dolfijnen, zeeschildpadden en vliegvissen zullen zien. Die eerste en laatste geloof ik wel, maar ik ben altijd een beetje huiverig bij dat soort uitspraken. Het zijn tenslotte wilde dieren.
We varen langs de kust van Puerto Escondido en de schipper houdt een praatje over het ontstaan en de ontwikkeling van de stad. Ondertussen kunnen we de eerste dieren van ons lijstje afstrepen, want we spotten een groep pelikanen die ‘hun’ rots compleet hebben ondergescheten. Niet veel later is het dan echt raak als we in de verte een bultrugwalvis naar het wateroppervlak zien komen om adem te halen. We varen naar de bultrug toe en zien dat hij niet alleen is. We volgen de groep een tijdje op een afstand.
Dan gaan we verder de oceaan op, zien een aantal vliegvissen en belanden dan in een grote school dolfijnen. “Look in the back, in the front, left, right…everywhere dolphins!”, aldus de schipper. Ze tuimelen inderdaad overal rond de boot en lijken zich van ons weinig aan te trekken. Op één of andere manier geeft het een vredig gevoel. We zeggen de dolfijnen en tuimelaars gedag en varen verder.
We komen meerdere zeeschildpadden tegen en eentje heeft een gevleugelde medereiziger meegenomen. Een geinig plaatje. Dan is het tijd om weer terug naar de haven te gaan, maar dat is nog wel een eind. Onderweg komen we nogmaals bultrugwalvissen tegen, maar die zijn we al bijna vergeten als we worden getrakteerd op een spectaculaire bonus.
Opeens roept de schipper “killer whale, killer whale!” Huh? Orka’s! Daar heeft de schipper niks over gezegd. Dat blijkt ook wel logisch, want hij vertelt ons dat ze hooguit drie keer per jaar gespot worden. We hebben dus mega veel geluk, want het zijn er drie bij elkaar. Wat een afsluiting van de boottocht! Maaike heeft de orka’s mooi vastgelegd met haar profi fotocamera. Dat is de schipper ook niet ontgaan en als we terug in de haven zijn vraagt hij aan Maaike of ze de foto’s van de orka’s wil opsturen. Maar natuurlijk, kapitein.
De laatste dag doen we niet heel veel meer. We slapen uit, bewerken wat foto’s en schrijven wat tijdens het ontbijt, halen onze gewassen kleren op bij de wasserette van het hotel, lunchen bij een strandtentje en nemen een plons in het zwembad. Lekker luieren dus. In de avond stappen we in de nachtbus die ons naar San Cristobal de las Cases brengt. We horen daar goede verhalen over, dus we zijn benieuwd.
Mooi kan dat zijn, toch, dolfijnen rond je boot. En imposant ook met orka’s en bultruggen. Ook goed dat jullie de schildpadjes en hun opvang hebben geholpen. Zo te lezen krijgen jullie het leven als reizigers steeds beter door. Leef bij de dag en geniet van de natuur en mensen om je heen.