We zwaaien het Noordereiland gedag en nemen de ferry naar het Zuidereiland. Daar kayakken we in het Abel Tasman nationaal park en rijden we naar een verre uithoek om Wharariki beach en Cape Farewell te bewonderen.
De ferry naar het Zuidereiland door Straat Cook is een uitje op zich. We varen langs Arapaoa eiland en door de prachtige fjorden bij Queen Charlotte Sound. We komen aan in Picton en rijden gelijk door naar de wijnregio Blenheim. De druivensap laat nog even op zich wachten, want we rijden (na het checken van de startaccu bij een garage) door naar Nelson. Onderweg maken we nog een korte stop bij Havelock en hebben bij Mahaki Paoa lookout mooi uitzicht over de fjorden. Nelson zelf is een leuk stadje en helemaal ingericht voor freedom camping. Op de grote parkeerplaats midden in het centrum is genoeg plek voor een gratis overnachting. Er is zelfs een wc-en-douchegebouw waar een ijverige toiletjuffrouw strak in de gaten houdt dat je niet langer dan vijf minuten douchet. Als ik onder de douche vandaan kom en de mevrouw snel weer alles schoonmaakt, zegt ze opgewekt: “Now that’s quick!”. Ik denk dat ik geslaagd ben.
De volgende dag gaan we even lekker goed bewegen. In Marahau huren we een tweepersoons kayak om de kust van het Abel Tasman Nationaal park te verkennen. Na een onnodig lange uitleg en veiligheidsinstructie vertrekken we bij laagtij vanaf Sandy bay naar Adele island. Ons is verteld dat daar zeeleeuwen rondhangen, dus in een lekker gangetje peddelen we langs de groene kustlijn die kant op. En ja hoor, op de rotsen zien we meerdere zeeleeuwen chillen. Even later zwemmen er twee rondom de kayak en zien we meerdere pups op de waterkant. Genieten. De dichte bewolking met af en toe wat motregen maakt helaas plaats voor meer nattigheid, dus een uitgebreide lunch op één van de strandjes zit er niet echt in. Op de terugweg varen we langs steile bergwanden en we kunnen onze kayak tijdens hoogtij in kleine grotten varen. Daarbij beukt de punt van de kayak tot twee keer toe hard tegen de rotsen. Vooral Maaike kan er hard om lachen. Gelukkig glijden we aan het eind van de middag zonder (kleer)scheuren het strand bij Sandy bay weer op.
Via Takaka, een geinig hippie dorpje, reizen we naar het noordelijkste punt van het Zuidereiland. Het is een behoorlijke uithoek, maar de rit zeker waard. Vroeg in de ochtend lopen we via een prachtig, heuvelachtig graslandschap naar Wharariki beach. Wat mij betreft het mooiste strand van onze hele reis. Afgelegen, groots, ruig en toch sereen. De wind blaast het witte zand sierlijk langs onze enkels over het wijde strand. De zee slaat aan weerszijden van het strand tegen de steile, lichtgrijze kliffen aan. In het midden, met in onze rug de duinen met her en der een verdwaalde palmboom, pronken de fotogenieke Archway Islands in het helderblauwe oceaanwater. Fenomenaal.
Na een koffiepauze, waarbij we een brutale en nieuwsgierige pauw en eend op schoot krijgen, rijden we in een paar minuten naar de volgende stop. Cape Farewell. Een sentimentele naam voor een plek met een vet uitzicht. Het voelt wel het einde van de wereld, ware het niet dat Nieuw-Zeelandse boeren zelfs hier schapen hoeden. De wollige blaters zijn ook echt overal. De laatste stop maken we bij Farewell Spit, met uitzicht over de langgerekte Golden Bay.
Dan is het tijd om dezelfde lange weg weer terug te rijden. Onderweg pikken we nog een lifter op. De 18-jarige Duitser Franz reist enkel met een rugzakje, zijn hangmat en een ‘ik-heb-al-een-tijdje-niet-gedoucht-walm’. Gezellig is het wel en op de top van een slingere bergweg nemen we met z’n drieën de vergezichten bij Hawkes lookout over Tasman bay en Kahurangi nationaal park tot ons. Franz bedankt ons vriendelijk voor de lift als wij de afslag zuidelijk nemen naar onze volgende bestemming, Saint Arnaud in Nelson national park.
Dat was weer een prachtig verslag. Ik kijk uit naar het volgende. Doe voorzichtig en blijf genieten!
Wij genieten omdat jullie genieten. Leuk om het zo ook een beetje mee te maken.