Onze laatste stop in Bolivia is Copacabana. Een fijne plek om even lekker niks te doen, want het ligt aan het schitterende Titicacameer.
We nemen in La Paz afscheid van Arno, Feline, Mitch en Kim. Niet voor lang, want als het goed is zien we die over een paar weken weer in Peru. We nemen de bus naar Copacabana, nee niet die stad in Brazilië, maar een kleine stad aan het Titicacameer bij de grens van Peru. We hebben al gehoord dat je tijdens deze busrit een paar minuten met een pontje moet om een stukje water van het Titicacameer te overbruggen. Als we bij het water aankomen is niet helemaal duidelijk of we nou in de bus moeten blijven zitten of uitstappen. Meestal is in dit soort gevallen de meerderheid schaapachtig volgen de beste optie, maar de helft van de mensen stapt uit en de helft blijft zitten. Dan blijven we wel zitten, weten we in ieder geval zeker dat de bus nergens naartoe gaat zonder ons. Gevolg is wel dat wij in de bus zitten als de chauffeur over twee houten balken het pontje oprijdt. Het pontje en de bus zijn nagenoeg even lang en breed, dus het voelt een beetje dubieus als we naar de overkant pruttelen en heen en weer deinzen op de golven. Laten we zeggen dat het een interessante ervaring is en dat onze lichamen pas weer ontspannen als de bus aan de andere kant weer over twee houten balken het vasteland oprijdt.
We rijden langs het Titicacameer en komen aan in Copacabana op het moment dat de zon de horizon aantikt. We genieten van de kleuren van de zonsondergang vanaf ons kunstzinnige verblijf dat bovenop een heuvel ligt. Het Titicacameer ligt er ook de volgende ochtend prachtig bij. Met een oppervlakte van 8340 vierkante kilometer (groter dan Noord- en Zuid-Holland samen) is het Titicacameer het grootste meer van heel Zuid-Amerika en het ligt op ruim 3800 meter hoogte. Ondanks de hoogte is het qua temperatuur aardig vertoeven hier, dus we chillen in de ochtend in de hangmat bij ons hotel en in de middag nemen we een kijkje in Copacabana. Het is op dit moment laagseizoen en misschien ligt het aan mij, maar kustplaatsen in het laagseizoen hebben altijd een wat treurige uitstraling. De waterfietsen in vorm van zwanen lijken massaal aangespoeld op het strand en worden door de lokale kinderen gebruikt als speeltoestellen, de proppers bij eettentjes proberen ons en een handjevol toeristen dat hier ook rondloopt wanhopig maar tevergeefs naar binnen te lullen en de schoolkinderen op het centrale plein spelen verveeld met vuurwerk. Wij vinden het allemaal wel best en genieten van de zon en het lekker niks doen.
Laat in de avond bedenkt Maaike zich ineens dat we online nog formulieren moeten invullen, want morgen gaan we de grens over naar Peru. Nadat we dat geregeld hebben horen we ineens geritsel bij de deur. Het is pikkedonker buiten, maar door het glas-in-lood-raam van de deur lijken we toch echt een silhouette van een persoon te zien. Na wat aarzelen besluiten we toch de deur open te doen om te zien wat het nou is. Blijkt het de zoon van de baas te zijn, die bedacht heeft om om 11 uur ‘s avonds de overtollige blaadjes van een struik af te plukken. Aparte bezigheid op dit tijdstip, maar wij kunnen met een gerust hart gaan slapen. De volgende ochtend nemen we een taxi naar de Peruaanse grens. We zijn een beetje bang dat we bij de grens extra Bolivianos moeten lappen, omdat we misschien langer in Bolivia zijn geweest dan had gemogen. We blijken ons onnodig zorgen te hebben gemaakt, want bij de douane verloopt alles soepel. We hebben niks meer aan onze Bolivianos, dus die wisselen we om voor Peruaanse Sols. Bij dat soort wisselkantoren aan de grens weet je van tevoren al dat je genaaid wordt en geen goede wisselkoers krijgt, maar beter iets dan niets…en dat weet de man van het wisselkantoor maar al te goed.
[…] Sinds het moment dat ik Maaike drie dagen geleden gedag heb gezegd, hebben we geen contact met elkaar kunnen hebben. Ik maakte me zorgen over haar ziektebed en Maaike maakte zich uiteraard zorgen over mijn avonturen bovenop de berg. Tijdens de busrit terug naar La Paz stromen vanaf beide kanten de WhatsApp berichten binnen. Bij Maaike is de opluchting groot, maar bij mij zijn de zorgen niet weg. En ik voel me lullig. Ik lees dat Maaike alleen maar zieker is geworden en dat ze twee dagen amper heeft gegeten. We zijn blij dat we weer samen zijn en rusten twee dagen goed uit om vervolgens La Paz vaarwel te zeggen en door te reizen richting Copacabana. […]