De hooggelegen bergstad La Paz is chaotisch en niet moeders mooiste, maar er valt genoeg te beleven. We nemen de teleferico naar El Alto, downhillen op Death road en zien Cholita’s in de ring.
Na een slingerige nachtbus komen we (samen met Kim en Mitch) aan in ons hotel in La Paz. Daar hebben we een weerzien met Arno en Feline. Tijdens de koffie kletsen we bij, we struinen rond in de chaotische stad en regelen verschillende activiteiten voor de komende dagen. Aan het eind van de middag doen we een walking tour. We starten bij de gevangenis die middenin de stad ligt. Een interessante keuze om daar 4000 criminelen weg te stoppen, maar nog interessanter is de manier waarop het rijkshotel wordt gecontroleerd en bewaakt. Of beter gezegd, het gebrek daaraan. De politie bewaakt alleen de buitenmuren en vrouwen en kinderen van gevangenen kunnen vrij in en uit lopen. Sommige bajesklanten leven rijkelijk binnen de muren van de gevangenis met jacuzzi’s en al, omdat ze door kunnen gaan met hun drugshandel. Schiet mij maar lek. Dan lopen we een rondje over de “Witch Market”, waar dode lamafoetussen bij de kraampjes hangen en drankjes tegen allerlei onheil voor goedgelovigen te koop zijn. Schiet mij maar lek. De gids vertelt ons dat alle inwoners hier een eigen caserita hebben. Dat is de benaming voor de marktverkoper bij wie je telkens terugkomt om je producten te kopen. Als bedankje krijg je dan een “Jappa”, oftewel korting of een gratis extraatje. Verder vertelt hij over de oude manier van vrouwen versieren, waarbij de vrouw door het tonen van haar gespierde kuiten de mannenharten zou veroveren. De mannen gooien vervolgens stenen richting de dame om hun interesse te tonen. Schiet mij maar lek. Dan blijkt ook dat de manier waarop de vele (meestal oudere) vrouwen hier hun bolhoedje dragen een betekenis heeft. Staat ie recht op het hoofd, dan is ze getrouwd en als ie schuin staat dan is ze weduwe of vrijgezel. De volgende vijf minuten let ik erop, maar merk al gauw dat de meeste vrouwen hun hoedje op relatiestatus “ingewikkeld” lijken te dragen. Schiet mij maar lek.
De volgende ochtend staan Maaike en ik opgewekt op. We gaan namelijk downhillen (mountainbiken maar dan enkel naar beneden) op de Yungas Road. Deze weg staat beter bekend als “El camino de la muerte”, oftewel Death road. Het was de gevaarlijkste weg van Bolivia, maar sinds 2007 wordt de weg nog amper gebruikt voor verkeer en transport. Ze hebben blijkbaar bedacht om een veiligere weg te bouwen (wat een fantastisch idee). Nu wordt de Death road dus voornamelijk gebruikt om te downhillen. We oefenen eerst op een nabijgelegen geasfalteerde weg en starten op 4700 meter hoogte. Dat is lekker naar beneden zoeven met een prachtig uitzicht. Het blijft wel opletten, vooral of auto’s elkaar niet 3 breed in de bocht inhalen (ja dat doen ze echt hier). We komen veilig beneden en rijden dan met een busje een klein stukje omhoog naar het begin van Death road. We zien een fraaie vallei en langs de berg zien we de weg al lopen. Deze weg is onverhard met veel (losse) stenen en gruis. In de bochten is het uiteraard opletten en af en toe stoppen we voor een fotomomentje. Ik rij nog een lekke band, maar voor de rest raggen Maaike en ik met een grote grijns op ons gezicht ruim drie uur lang (en bijna 40 kilometer) naar beneden. We eindigen bij een camping, waar we pootje baden in het zwembad en lekgestoken worden door hele kleine muggen.
De volgende dag nemen we een kijkje in El Alto. Dit is officieel een andere stad dan La Paz, maar de twee steden zijn praktisch gezien aan elkaar vastgegroeid. Om in El Alto te komen is de ‘Teleferico’ de snelste manier. Het is een gondel (van Oostenrijkse makelij) die je van La Paz (op 3600 meter hoogte) naar El Alto (4000+ meter hoogte) brengt. Het is gelijk een perfecte manier om te zien hoe de stad in de bergen ligt, hoe eenvoudig de meeste woningen zijn en hoe bizar ingewikkeld het wegennet hier is. We komen aan in El Alto en lopen een stukje over de markt. Ze verkopen hier alles, maar werkelijk álles. Van simpele sokken tot complete autodeuren. We stappen weer in de gondel en zien dan pas hoe onwerkelijk groot de markt is. Niet alleen de hoofdwegen, maar ook alle zijstraten zijn gevuld met marktkraampjes. En dan te bedenken dat de markt op zondagen nog velen malen groter is. Het is niet te bevatten. We eten met z’n zessen bij een lokaal eettentje, maar vegetarisch eten bestaat hier niet echt, dus we eten rijst met aardappelen en wat komkommer en tomaat.
In de namiddag gaan we naar de “Cholita’s”. Het is een worstelshow met vrouwelijke worstelaars in de hoofdrol. De show is ontstaan als reactie op het huiselijk geweld richting vrouwen en om de vrouwen daarin te steunen. Een mooi initiatief. We weten niet helemaal wat we ervan mogen verwachten, behalve dat het afgeleid is van het WWE worstelen in de Verenigde Staten. Oftewel, het is allemaal nep, of zoals ze daar liever zeggen: “entertainment-worstelen”. Vanaf het balkon kijken we toe hoe vrouwen en mannen elkaar door de ring gooien, waarbij de vrouw telkens als winnaar uit de bus komt. Maaike kan het neppe gedoe niet echt waarderen en ziet in de ring liever een echte vechtpartij. Dit neppe gedoe is ook niet per se iets voor mij, maar met een zakje popcorn in de hand weten ze mij nog wel entertainen. Morgen en de dagen daarna mogen we zelf fysiek aan de bak, eens kijken of dat meer ons ding is.
[…] hebben ons zo goed als mogelijk voorbereid: een tijdje acclimatiseren in La Paz, van tevoren Diamox (hoogteziektepillen) slikken en we hebben goede cocasnoepjes ingeslagen. Die […]